Converteer en schrijf 7.424 met Romeinse cijfers

Het getal 7.424 omgezet en geschreven in Romeinse cijfers.
Drie eenvoudige stappen hieronder

Drie eenvoudige stappen om het getal 7.424 om te zetten en het te laten schrijven met behulp van de letters van het Romeinse cijfersysteem. Gedetailleerde uitleg hieronder

De Romeinse cijfers die we gaan gebruiken om de conversie uit te voeren:

I = 1; V = 5; X = 10; C = 100; D = 500; M = 1.000; (V) = 5.000;


» De basisregels voor het schrijven van Romeinse cijfers


1. Breek het aantal op.

Ontleed het getal, splits het op om waarde-subgroepen te plaatsen:

7.424 = 7.000 + 400 + 20 + 4


2. Converteer elke subgroep.

Converteer elk van de subgroepen van plaatswaarden, schrijf ze in Romeinse cijfers:


7.000 = 5.000 + 1.000 + 1.000 = (V) + M + M = (V)MM


400 = 500 - 100 = D - C = CD


20 = 10 + 10 = X + X = XX


4 = 5 - 1 = V - I = IV


3. Construeer het Romeinse getal.

Zet alle componenten bij elkaar om het uiteindelijke Romeinse getal te construeren.


Vervang de Romeinse cijfers die hierboven zijn berekend of vermeld voor elk van de (plaatswaarde) subgroepen van het (Arabisch-Indische) getal:


7.424 =


7.000 + 400 + 20 + 4 =


(V)MM + CD + XX + IV =


(V)MMCDXXIV


Online converter van getallen naar Romeinse cijfers

De set basissymbolen van het Romeinse cijfersysteem

De belangrijkste set symbolen waarop alle Romeinse cijfers zijn gebaseerd:

  • I = 1 (één); V = 5 (vijf);

  • X = 10 (tien); L = 50 (vijftig);

  • C = 100 (honderd);

  • D = 500 (vijfhonderd);

  • M = 1.000 (duizend);

Voor grotere aantallen:

  • (*) V = 5.000 of |V| = 5.000 (vijfduizend); zie hieronder waarom we de voorkeur geven aan deze notatie: (V) = 5.000.

  • (*) X = 10.000 of |X| = 10.000 (tienduizend); zie hieronder waarom we de voorkeur geven aan deze notatie: (X) = 10.000.

  • (*) L = 50.000 of |L| = 50.000 (vijftigduizend); zie hieronder waarom we de voorkeur geven aan deze notatie: (L) = 50.000.

  • (*) C = 100.000 of |C| = 100.000 (honderdduizend); zie hieronder waarom we de voorkeur geven aan deze notatie: (C) = 100.000.

  • (*) D = 500.000 of |D| = 500.000 (vijfhonderdduizend); zie hieronder waarom we deze notatie verkiezen: (D) = 500.000.

  • (*) M = 1.000.000 of |M| = 1.000.000 (een miljoen); zie hieronder waarom we deze notatie verkiezen: (M) = 1.000.000.

(*) Deze nummers werden meestal geschreven met een streep erboven (een streep erboven) of tussen twee verticale lijnen. In plaats daarvan schrijven we deze grotere cijfers liever tussen haakjes, dwz: "(" en ")", omdat:

  • 1) in vergelijking met de bovenlijn - het is gemakkelijker voor de computergebruikers om haakjes rond een letter te plaatsen dan om er de bovenlijn aan toe te voegen en
  • 2) in vergelijking met de verticale lijnen - het vermijdt elke mogelijke verwarring tussen de verticale lijn "|" en het Romeinse cijfer "I" (1).

(*) Een bovenlijn (een balk boven het symbool), twee verticale lijnen of twee haakjes rond het symbool geven "1000 keer" aan. Zie hieronder...

Logica van de cijfers tussen haakjes, namelijk: (L) = 50.000; de regel is dat het begincijfer, in ons geval L, werd vermenigvuldigd met 1.000: L = 50 => (L) = 50 × 1.000 = 50.000. Eenvoudig.

(*) In het begin gebruikten de Romeinen geen getallen groter dan 3.999; als resultaat hadden ze geen symbolen in hun systeem voor deze grotere getallen, ze werden later toegevoegd en voor hen werden verschillende notaties gebruikt, niet noodzakelijkerwijs degene die we hierboven hebben gezien.

Dus aanvankelijk was het grootste getal dat met Romeinse cijfers kon worden geschreven:

  • MMMCMXCIX = 3.999.