(C)MMDCCLX: van Romeinse cijfers naar Arabisch getal

Is het Romeinse getal (C)MMDCCLX geldig (correct geschreven)?
Hoe converteer je het naar het decimale equivalent?

Om het Romeinse getal (C)MMDCCLX te valideren en te converteren naar het decimale equivalent - het zogenaamde Arabische getal, dat we altijd gebruiken, moeten we de individuele symbolen en groepen symbolen identificeren. Gedetailleerde uitleg hieronder

1. De Romeinse cijfers gebruikt om de conversie te maken:

X = 10; L = 50; C = 100; D = 500; M = 1.000; (C) = 100.000;

» De basisregels voor het schrijven met Romeinse cijfers


De Romeinse cijfers moeten van links naar rechts in aflopende volgorde worden geschreven, op basis van hun waarde. Sommige symbolen kunnen tot 3 keer achter elkaar worden herhaald: I, X, C, M, (X), (C), (M).


Een groep Romeinse cijfers geschreven in additieve notatie = een groep van twee of meer cijfers (letters), van gelijke waarde of gesorteerd in aflopende volgorde, op basis van hun waarde, van hoog naar laag. Om de waarde van de groep te berekenen, telt u de waarden van de symbolen waaruit de groep bestaat op. Voorbeeld: II = I + I = 1 + 1 = 2.
» De additieve notatie die wordt gebruikt om de Romeinse cijfers te schrijven


(C)MMDCCLX is een geldig Romeins getal.

(C)MMDCCLX voldoet aan alle regels voor het schrijven van Romeinse cijfers.


2. Bereken de waarde van het Romeinse getal.

Tel alle waarden van de afzonderlijke Romeinse cijfers (letters) op:


(C)MMDCCLX =


(C) + M + M + D + C + C + L + X =


100.000 + 1.000 + 1.000 + 500 + 100 + 100 + 50 + 10 =


102.760

Valideer en converteer Romeinse cijfers naar Arabisch-Indische cijfers

De set basissymbolen van het Romeinse cijfersysteem

De belangrijkste set symbolen waarop alle Romeinse cijfers zijn gebaseerd:

  • I = 1 (één); V = 5 (vijf);

  • X = 10 (tien); L = 50 (vijftig);

  • C = 100 (honderd);

  • D = 500 (vijfhonderd);

  • M = 1.000 (duizend);

Voor grotere aantallen:

  • (*) V = 5.000 of |V| = 5.000 (vijfduizend); zie hieronder waarom we de voorkeur geven aan deze notatie: (V) = 5.000.

  • (*) X = 10.000 of |X| = 10.000 (tienduizend); zie hieronder waarom we de voorkeur geven aan deze notatie: (X) = 10.000.

  • (*) L = 50.000 of |L| = 50.000 (vijftigduizend); zie hieronder waarom we de voorkeur geven aan deze notatie: (L) = 50.000.

  • (*) C = 100.000 of |C| = 100.000 (honderdduizend); zie hieronder waarom we de voorkeur geven aan deze notatie: (C) = 100.000.

  • (*) D = 500.000 of |D| = 500.000 (vijfhonderdduizend); zie hieronder waarom we deze notatie verkiezen: (D) = 500.000.

  • (*) M = 1.000.000 of |M| = 1.000.000 (een miljoen); zie hieronder waarom we deze notatie verkiezen: (M) = 1.000.000.

(*) Deze nummers werden meestal geschreven met een streep erboven (een streep erboven) of tussen twee verticale lijnen. In plaats daarvan schrijven we deze grotere cijfers liever tussen haakjes, dwz: "(" en ")", omdat:

  • 1) in vergelijking met de bovenlijn - het is gemakkelijker voor de computergebruikers om haakjes rond een letter te plaatsen dan om er de bovenlijn aan toe te voegen en
  • 2) in vergelijking met de verticale lijnen - het vermijdt elke mogelijke verwarring tussen de verticale lijn "|" en het Romeinse cijfer "I" (1).

(*) Een bovenlijn (een balk boven het symbool), twee verticale lijnen of twee haakjes rond het symbool geven "1000 keer" aan. Zie hieronder...

Logica van de cijfers tussen haakjes, namelijk: (L) = 50.000; de regel is dat het begincijfer, in ons geval L, werd vermenigvuldigd met 1.000: L = 50 => (L) = 50 × 1.000 = 50.000. Eenvoudig.

(*) In het begin gebruikten de Romeinen geen getallen groter dan 3.999; als resultaat hadden ze geen symbolen in hun systeem voor deze grotere getallen, ze werden later toegevoegd en voor hen werden verschillende notaties gebruikt, niet noodzakelijkerwijs degene die we hierboven hebben gezien.

Dus aanvankelijk was het grootste getal dat met Romeinse cijfers kon worden geschreven:

  • MMMCMXCIX = 3.999.